Zehnder
Degelijke toestellen met eenvoudige bediening tegen een correcte prijs.
Zie link Zehnder.
Vallox
Finse vooruitstrevende fabrikant. Meer dan 30 jaar ervaring. Het neusje van de zalm op vlak van kwaliteit en comfort.
Zie link: Klimacomfort.
Luchtkanalen
Gegalvaniseerde buizen
Ronde buizen en hulpstukken in gegalvaniseerd staal die een perfecte geleiding garanderen. Diameters vanaf 100mm. De hulpstukken zijn voorzien van een dubbele EPDM-dichting die perfecte luchtdichte montage garandeert.
Zie link: Lindab.
Ventichape
Flexibel instortleidingsysteem met ronde luchtkanalen uit polyethyleen die ingegoten en weggewerkt worden in de chape. Glad aan de binnenzijde voor een perfecte luchtgeleiding. Geribbeld aan de buitenzijde voor een vlotte plooiing. Maximale hoogte: 6cm.
Zie link: Ventiline.
Geďsoleerde kanalen
Ronde kanalen in isolatiemateriaal voor de toe- en afvoer naar buiten.
Zie link: Ventiline.
Ventilatieroosters
Standaard binnenrooster luchttoevoer
Standaard binnenrooster luchtafvoer
Buitenrooster
Karakteristieken van de ventilatie-unit
LUCHTDEBIET
Het maximale debiet van het toestel moet minstens gelijk zijn aan het ontwerpdebiet volgens de Belgische norm NBN D 50-001.
RENDEMENT
Doorgaans wordt gesteld dat een rendement van 80 tot 90% zeer behoorlijk is.
Indien het rendement van het toestel niet gekend is, kan dit afgeleid worden uit het type warmtewisselaar. Een tegenstroomwisselaar haalt doorgaans een hoger rendement dan een kruisstroomwisselaar.
VENTILATOREN
Energiezuinige EC-motoren (elektronisch gecommuteerde motoren, soms verkeerdelijk aangeduid als gelijkstroommotoren of DC-motoren) genieten de voorkeur boven klassieke wisselstroom (AC-)motoren: ze verbruiken minder, gaan langer mee en zijn beter regelbaar in toerental.
Het maximale motorvermogen wordt meestal niet constant benut. Dankzij een goede regeling is het mogelijk het debiet te verminderen en bijgevolg ook het elektrisch verbruik sterk terug te dringen.
Bij Constant Flow Motoren zijn de ventilatoren voorzien van een automatische regeling die het debiet constant houdt in geval van drukverliezen. Bij verstopping van de filter of bij wijzigende weersomstandigheden zal het debiet niet verlagen zoals bij een gewone ventilator. Voor bepaalde constant-volumeregelaars kan men in het Vlaams Gewest in het kader van de E-peilberekening een extra bonus krijgen.
BEDIENING
Kan via een driestanden schakelaar of via een digitaal bedieningspaneel met uitgebreide regelmogelijkheden.
FILTERING
De meeste toestellen zijn voorzien van een groffilter (bv G3) voor filtering van de toevoer- en afvoerlucht alvorens deze door de warmtewisselaar stroomt. De betere toestellen op de markt beschikken over een fijnstoffilter (bv F7) die de toevoerlucht eveneens kan ontdoen van minuscule stofdeeltjes en zelfs van pollen. Een ventilatiegroep met een vervuilingsindicatie geeft aan wanneer de filter aan vervanging toe is.
CO2- EN VOCHTIGHEIDSSENSOREN
Sensoren die (in optie) kunnen geďnstalleerd worden voor vraaggestuurde ventilatie.
VORSTBEVEILIGING
Aangezien hoogrenderende warmteterugwinapparaten in extreme gevallen aanleiding kunnen geven tot het bevriezen van het condensaat, is het aan te raden dat het toestel voorzien is van een vorstbeveiliging (bypass of elektrische weerstand).
Vorstbeveiliging is niet nodig bij toestellen die werken met een warmtewiel.
GELUID
VIENTO zorgt voor een installatie die het geluidsniveau tot een absoluut minimum herleidt: stevige bevestiging zodat overdracht van trillingen wordt vermeden – precieze dimensionering van alle verluchtingskanalen om de luchtsnelheid zo laag mogelijk te houden – plaatsing van geluidsdempers vlak na de ventilatiegroep zowel op de toevoer- als de afvoerkanalen.
AFMETINGEN EN GEWICHT
Kijk goed na of het beoogde toestel kan geplaatst worden in de voorziene ruimte!
Denk eraan dat naast het toestel ook nog ruimte beschikbaar moet zijn voor de toe- en afvoerkanalen naar buiten en binnen en voor de geluidsdempers.
Hou zo veel als mogelijk reeds bij het ontwerp van de woning rekening met de ventilatie: plaats voor het toestel (binnen het beschermd volume) – tracé van de luchtkanalen (best natte en droge ruimtes zoveel mogelijk groeperen) en situering van de toe- en afvoermonden.